Met deze woordspeling vraagt Hans Eschbach, directeur van het Evangelisch Werkverband binnen de PKN, in het Nederlands Dagblad aandacht voor zijn stelling dat jongeren hun geloof niet beleven in de reguliere eredienst. Volgens hem moet we erkennen dat jongeren zich niet thuis voelen binnen de kerkelijke structuren. Volgens Eschbach dient de Protestantse Kerk dit te erkennen. ‘Zij moet erkennen dat de eredienst bij jongeren voor hun geloofsbeleving niet in beeld is. De jeugd moet ruimte krijgen om in hun taal en met hun muziek vorm te geven aan ‘aanbidding van en toewijding aan de Heer van de kerk’. ‘Dan is er hoop.’ Alle ‘experimenten’ om jongeren bij de eredienst te betrekken ten spijt moet worden erkent dat de gemeente van Christus niet maakbaar is. ‘We hebben meer behoefte aan knieologie, aan mensen die biddend op de knieën gaan, dan aan theologie. We moeten het niet hebben van onze denkramen of slimme methodes, maar van onze afhankelijkheid van God.’

De observatie van Eschbach lijkt mij meer dan terecht. Ik moest meteen denken aan de eerste regels van psalm 127 ‘Als de HEER het huis niet bouwt,
vergeefs zwoegen de bouwers’.

Is mijn stelling te bot als ik zeg ‘als we niet snel genoeg op de knieën gaan, houden we een rollatorkerk over?

Welke ‘kerk zonder drempels’ verkiezen wij?